Listen

Reactie ING op ontvankelijkheid melding bij Nationaal Contactpunt

14 November 2017 ... min read

14 november 2017

Het Nationaal Contactpunt (NCP) heeft vandaag bekend gemaakt dat de melding door Greenpeace, BankTrack, Milieudefensie en Oxfam tegen ING nader onderzoek rechtvaardigt. NCP heeft -in overeenstemming met de procedure die het Nederlandse NCP daarvoor kent – aangeboden om een dialoog te faciliteren tussen Oxfam Novib, Greenpeace, BankTrack, Milieudefensie en ING. ING heeft het aanbod van het NCP om deel te nemen aan een dialoog aanvaard.

Klimaat is immers een enorm belangrijk onderwerp, waar ook banken een rol in hebben te spelen en waarover we uiteraard de dialoog willen voeren en dat ook al doen. Net als de partijen die de melding bij NCP hebben gedaan, zou ING ook graag haar indirecte broeikasgasuitstoot in kaart willen brengen om vervolgens te publiceren. De werkelijkheid is – helaas – weerbarstiger; er bestaat momenteel geen internationale standaard voor betrouwbare en vergelijkbare data om CO2-uitstoot mee te berekenen. Het ontbreken van informatie over de emissies van onze klanten wereldwijd en de afwezigheid van een internationale methodologie om gefinancierde emissies toe te rekenen naar een klimaatscenario, maakt het voor ING onmogelijk om aan de wens van de melders te voldoen. Er is geen internationaal opererende bank ter wereld die het wel kan. Wel zijn we bij tal van initiatieven betrokken om dit te veranderen. Onderstaand onze reactie op de eerste melding waarin dit wordt toegelicht, ook gepubliceerd door NCP vandaag.

Samenvatting van de eerste reactie van ING

ING is het er van harte mee eens dat klimaatverandering een enorme uitdaging vormt voor onze wereld, één waarin ook banken, inclusief ING, een rol hebben te vervullen. ING en de melders hebben elkaar meermaals uitgebreid gesproken en blijven in gesprek over de in de melding besproken onderwerpen en de daarbij behorende uitdagingen. Melders voeren aan dat ING “onvoldoende” doet en “ernstig tekort schiet” in haar klimaatbeleid ten opzichte van andere financiële dienstverleners. Zo wijzen de melders naar het milieubeleid van vooral beleggingsinstellingen (die voor een andere uitdaging staan dan banken) dat op onderdelen verder zou gaan dan het beleid van ING. Beleggingsinstellingen zoals pensioenfondsen, beleggen in beursgenoteerde ondernemingen. Via het CDP en via research bureaus als TruCost is informatie beschikbaar over CO2-data van beursgenoteerde bedrijven. Voor banken met veelal niet-beursgenoteerde ondernemingen in portefeuille zijn die data veelal niet beschikbaar.

Dat ING het belang van het meten van gefinancierde CO2 en het ontwikkelen van een methodologie onderschrijft, blijkt daarnaast uit het feit dat ING zich al in mei 2015 gecommitteerd heeft aan de nog te ontwikkelen methodologie van de Science Based Target Initiative (een initiatief van o.a. het WWF, World Resources Instituut en Ecofys).

ING compenseert verder alle CO2-uitstoot van de eigen organisatie waardoor wij als organisatie sinds 2007 klimaat neutraal zijn.

ING neemt ook klimaatrapportage serieus. ING is met de hoogst mogelijke score opnieuw opgenomen in de Climate A-list van CDP, bestaande uit 193 bedrijven die toonaangevend zijn als het gaat om klimaatverandering. Ook ontving ING een Euronext/CDP Leadership Award voor haar uitstekende milieurapportages.

Ook op andere onderdelen gaat het beleid en de acties van ING juist veel verder dan haar peers. Zo is ING, nota bene volgens één van de Melders – BankTrack – de enige bank in de wereld die haar financieringen voor mijnbouw van energiekolen publiceert en zo de afname daarvan in haar portefeuille (-26% in 2016) inzichtelijk maakt. Zie BankTrack et al: “The effectiveness of existing coal mining policies at major banks remains clouded in uncertainty due to a dearth of reporting. To date, the only bank to have provided detailed reporting is ING”. - [De effectiviteit van bestaand mijnbouwbeleid bij grote banken blijft in nevelen gehuld door het ontbreken van verslaggeving – de enige uitzondering hierop is ING, dat gedetailleerde informatie heeft verstrekt, red.]

Voorts gaat het alom gerespecteerde 2 graden scenario van het Internationaal Energie Agentschap (IEA 450 Scenario) er vanuit dat in 2040 nog altijd ca. 60% van alle energie uit fossiele brandstoffen komt. Zie Global trends, p. 206 World Energy Outlook 2016 (OECD/IEA 2016). Uit het enkele feit dat ING fossiele brandstoffen financiert kunnen daarom geen conclusies getrokken worden.

De melders verzoeken ING om haar indirecte broeikasgasuitstoot in kaart te brengen en te publiceren. ING hecht er aan om aan te geven dat zij dat graag zou doen. ING voert pilots uit om haar indirecte klimaatvoetafdruk te kunnen meten zoals beschreven in haar jaarverslag. Daarnaast steunt ING het voornoemde Science Based Target Initiative dat een eenduidige methodologie ontwikkelt om de klimaatvoetafdruk van banken te vertalen naar doelstellingen. Er is geen sprake van onwil aan de zijde van ING: wat de melders vragen is vooralsnog echter technisch onmogelijk. Er bestaat momenteel geen internationale standaard voor betrouwbare en vergelijkbare data om CO2-uitstoot mee te berekenen. Het ontbreken van informatie over de emissies van onze klanten wereldwijd en de afwezigheid van een internationale methodologie om gefinancierde emissies toe te rekenen naar een klimaatscenario, maakt het voor ING onmogelijk om aan de wens van de melders te voldoen. Er is geen internationaal opererende bank ter wereld die dat wel kan.

De melders verzoeken ING voorts om doelstellingen vast te stellen en na te streven die de indirecte broeikasgasuitstoot van de bank in lijn brengt met een 1,5 graden-scenario. Deze eis is niet in lijn met het 2 graden-scenario van de internationale gemeenschap. Op verzoek van UNFCCC / partijen bij het Akkoord van Parijs onderzoekt het klimaatbureau van de Verenigde Naties (IPCC) thans de haalbaarheid van een 1,5 graden-scenario. De resultaten van dat onderzoek worden eind 2018 verwacht. De uitkomsten van het IPCC-rapport kunnen door overheden worden meegenomen bij het toetsen van hun plannen om binnen de 2 graden-norm te blijven. Nu het IPCC-rapport over de haalbaarheid van een 1,5 graden-scenario niet voor eind 2018 klaar zal zijn, is het onuitvoerbaar om van ING te eisen dat zij zich op 1 september 2017 aan een 1,5 graden-scenario committeert. Dit laat geheel onverlet dat ING wel degelijk streeft naar vergroening van haar portfolio en daarvoor al veel stappen heeft ondernomen (zie voor enkele voorbeelden: https://www.ing.com/Newsroom/All-news/Reaction-to-National-Contact-Point-complaint-about-ING-by-Greenpeace-BankTrack-Milieudefensie-and-Oxfam.htm ), maar dat relateren aan een 1,5 of 2 graden-scenario is momenteel nog niet mogelijk.

Gezien het bovenstaande is ING van mening dat de melding i) onuitvoerbaar, ii) onnodig en iii) ongegrond is.

  • i) Onuitvoerbaar, enerzijds omdat hetgeen de melders in de melding vragen nu technisch simpelweg onmogelijk is, en anderzijds omdat de implicaties en haalbaarheid van een 1,5 graden scenario thans door de internationale gemeenschap worden onderzocht en de onderzoeksresultaten niet voor eind 2018 worden verwacht.

  • ii) Onnodig, nu partijen met regelmaat en op elk niveau binnen de wederzijdse organisaties met elkaar in overleg treden. Er is geen reden de goede diensten van het NCP te willen vragen.

  • iii) Ongegrond, gezien het feit dat er naar onze mening geen sprake is van schending van de OESO-richtlijnen zoals uitgebreid toegelicht in ING’s schriftelijke respons op de ingediende melding van 11 september 2017.

In overeenstemming met de NCP procedure nemen partijen vertrouwelijkheid in acht ten aanzien van het dialoog traject en het nader onderzoek. Het NCP heeft aangegeven de procedure af te ronden met het uitbrengen van een eindverklaring over de uitkomsten van de procedure en die te publiceren op de website van het NCP.

Back to top